Het is midden augustus en dat kan maar één ding betekenen: Lowlands. Eén van de laatste (grote) festivals van het seizoen, maar zeker niet eentje om te vergeten. Het terrein bruist zelfs op deze ‘vroege’ ochtend van de energie, alsof iedereen drie dagen lang alles tegelijk wil meemaken. Van dromerige indie tot loeiharde beats en van intieme optredens tot bombastische visuals; de eerste festivaldag laat meteen zien waarom Lowlands zoveel gezichten heeft. En wij? Wij rennen, struikelen en dansen ons er vrolijk tussendoor.
Marathon trapt ons Lowlands weekend af en dus haasten we ons - na eindeloos wachten op de rotonde, begeleid door een verkeersregelaar die zijn roeping iets te serieus nam - richting de X-Ray. We zijn (te) laat, waardoor de kleine tent tot de nok toe gevuld is als we aan komen lopen. Niet het einde van de wereld; je komt tenslotte voornamelijk naar een festival om te luisteren (en dansen natuurlijk). En daar valt niet veel op aan te merken. Op de achtergrond flitsen een paar vette visuals mee, al zien we ze amper tussen alle hoofden door. Maakt niet uit, want Kay Koopmans’ stem grijpt je gelukkig goed vast en rammelt je wakker; handig voor de campinggangers die hun eerste nacht al iets te fanatiek hebben gevierd.
In de Heineken stage, iets verderop, neemt CMAT het stokje over. Kortgezegd zijn de Ieren een explosie van alles wat je maar kunt bedenken. Ciara Mary-Alice Thompson, de leadzangeres, stapt het podium op en zwaait naar links, midden, rechts. Waar je ook staat, Thompson eist direct je aandacht op. Niet dat we dat erg vinden. Haar rode haren lijken extra fel door het blauwe led-scherm achter haar. Alles aan deze vrouw valt op. Captivating, zoals ze dat in het Engels zeggen. En niet alleen zij, ook haar band staat als een huis. Het is country, maar dan gewikkeld in suiker en gay, aldus de zangeres zelf. En eerlijk? Zo klinkt het ook.
We pakken een klein stukje mee van Goldkimono, die op de Alpha stage staan. Voor wie deze band nog niet kent: hun muziek past onder elke feel-good summer movie. Funky, catchy, en dat merk je meteen aan het publiek. Niet alleen de mensen voor het podium hebben het naar hun zin; ook de constante stroom festivalgangers langs het hoofdpodium huppelt, danst of springt vrolijk mee terwijl ze onderweg zijn naar… wie zal het zeggen? De volgende act? Een biertje? Plaspauze? Of misschien hun vrienden, want hier en daar zien (en horen) we mensen met vragende blikken heen en weer ijsberen: “Ja, en sta je dan bij die paal? Nee, de andere?”
Onderweg naar de Bravo horen we vrolijke geluiden uit de X Ray komen. Boko Yout, een Zweedse afro-grunge artiest, stookt de warmte in de tent nog verder op met een performance waarbij je ogen tekortkomen. Met vette visuals en performance art weet hij precies hoe hij je aandacht vast kan houden. Geen verkeerde tussenstop, als je het ons vraagt.
Mocht je, om wat voor reden dan ook, halverwege de dag al energie tekortkomen, dan had je om 15.00 uur in de Bravo moeten staan. Vanaf het moment dat Kingfishr het podium betreedt, spat de energie er namelijk vanaf. Ze openen met ‘I Cried, I Wept’, een nummer dat de hele tent direct meesleept. Visueel gebeurt er weinig bijzonders, maar vocaal is Eddie Keogh een genot om naar te luisteren. Sluit je ogen, en je waant je op een roadtrip langs de Ierse kliffen. Later in de set duikt hij het publiek in om, gezeten op de schouders van “a big strong man” (zoals hij hem zelf noemt), ‘Shot in the Dark’ te zingen. Zulke momenten maken duidelijk waarom Kingfishr vandaag moeiteloos uitgroeit tot een publieksfavoriet, en vast niet alleen voor ons.
In de Lima komen we een oude bekende tegen, Luvcat. Eind vorig jaar zagen we ze al in Paradiso, als voorprogramma van The Last Dinner Party. Dit keer is de magie iets minder aanwezig. Dat Sophie Morgan Howarth kan zingen staat buiten kijf, maar het dromerige, intrigerende karakter van die eerdere show ontbreekt. Halverwege weet ze zich wel te herpakken, al blijft bij ons het gevoel hangen dat haar stem en uitstraling in een intiemere zaal beter tot hun recht komen dan in een festivaltent.
Na een korte eetpauze (voor de geïnteresseerden: een vegetarische kapsalon, aanrader) banen we ons een weg naar de Alpha, waar London Grammar bijna begint. De show opent met indrukwekkende visuals van insecten op de zijschermen, een aardse sfeer die als rode draad door het optreden blijft hangen op het grote scherm achter de band. Dat is meteen ook het meest spectaculaire van de show. Het festival lijkt tevens ook niet veel indruk te maken op London Grammar; halverwege roept zangeres Hannah Reid: “Amsterdam is a very special place to us!” Bijna, zeg… nog 87 kilometer naar links en dan ben je er. Maar goed, het gaat om het gebaar, toch? Muzikaal en vocaal zit alles prima in elkaar, maar bijzonder? Dat was het helaas niet.
Gelukkig maakt de volgende act veel goed: Bambie Thug, die we op de India Stage treffen. De show begint met twee dansers, met zwarte hoofddeksels die het meest weg hebben van een soort latex-achtige octopustentakels? Bambie zelf heeft hun gezicht wit geverfd, en diens lippen zwart. Het heeft iets duisters en we kunnen niet precies benoemen waarom, maar iets aan deze act houdt je blik gevangen. Hoewel duidelijk is dat elk detail van de show tot in de puntjes is uitgedacht, voelt het nergens geforceerd. Alles klopt gewoon. We kunnen dit optreden het beste omschrijven als kunst; het zal vast niet ieders smaak zijn, maar wij zijn in ieder geval fan.
Omdat deze twee acts tegelijk lopen, kruipen we pas halverwege Mula B’s set de Bravo binnen. Met moeite, want het is écht propvol. En dat is niet voor niets: Mula zet een ontzettend goede show neer. Het publiek geeft hem energie, hij geeft het publiek energie. Een perfecte wisselwerking. Misschien zelfs een beetje te veel, want richting het einde lijkt het dak er bijna af te gaan. Als Goldband bij ‘Allang Niet Meer Van Jou’ ook nog eens de zanger komt versterken, bereikt de sfeer een hoogtepunt. Niet alleen wij zijn onder de indruk: een festivalganger loopt langs en tikt ons aan: “Dat publiek, is niet normaal hè.” En wij kunnen niks anders dan instemmend knikken.
De drukte is nog niet voorbij, want we haasten ons direct door naar de Alpha. Queens of the Stone Age zijn al begonnen tegen de tijd dat we ons achter de tent hebben genesteld. Toch is de zin groot, want dit is een van de weinige rock-acts van de dag. Er valt eigenlijk bijna alleen maar lof te geven, want deze mensen weten gewoon wat ze doen. Ook het publiek lijkt te genieten, want tegen alle regels in zien we niet één, maar twee mensen crowdsurfend over het publiek heen gaan. Soms voelt de set wat herhalend, maar de energie en vakmanschap maken dat meer dan goed.
Queens of the Stone Age zijn niet de enige queens vanavond. In de Lima schitteren The Zawose Queens, twee Tanzaniaanse familieleden. Hun muziek is een betoverende mix van traditionele Wagogo-stijlen en elektronische productie. We spieken even naar binnen en worden meteen gegrepen: alles aan The Zawose Queens ademt muziek. In deze intieme setting zie je des te sterker hoe dat overslaat op het publiek; iedereen beweegt mee, en ieder op hun eigen manier.
Dan is het alweer tijd voor de laatste act van de dag: Wallows, in de Heineken. Het publiek heeft er overduidelijk zin in, want als de band het podium betreedt barst iedereen los. Niet alleen het publiek, maar ook het geluid, want dat staat wel erg hard. Gelukkig compenseert de leadzanger Dylan Minnette dat met een warm en prettig stemgeluid. De simpele maar effectieve belichting draagt mooi bij aan de sfeer. Wallows oogt speels en vol chemie; halverwege de show wisselt Dylan zelfs naar het drumstel, zo subtiel dat we het bijna hadden gemist. Hij blijkt van alle markten thuis, want hij pakt even later ook nog een mondharmonica erbij. Het is een ontspannen, vrolijke afsluiter van de avond. Niet overdreven spannend of verrassend, maar wel eentje die we niet hadden willen missen.
Lowlands dag één bewijst weer dat de magie niet alleen op het podium staat, maar ook in de mensen om je heen: de ‘big strong man’ die Eddie Keogh op zijn schouders nam, of die festivalganger die midden in Mula B verzucht: “Dat publiek, is niet normaal hè.” En gelijk had ’ie.
© Demi Luna Traas


Demi Luna Traas