Lowlands 2025 – Zaterdag

De campinggangers hebben geluk deze tweede Lowlands-ochtend: in plaats van dat ze hun tent uitgebrand worden, valt het vandaag reuze mee met de temperatuur. Het is nog bewolkt en met de wind voelt het zelfs frisjes aan, al beloven de voorspellingen dat het tegen het einde van de middag op zal klaren. Er staan vandaag weer genoeg acts op de planning, met artiesten van allerlei markten thuis. Niet alleen het weerbericht, maar ook de line-up belooft dus veel goeds…

Wij starten onze dag rustig bij Joep Beving & Residentie Orkest, in de Bravo. Het is er kalm, maar zodra het orkest oploopt klinkt er een beleefd applaus. Zoals het hoort natuurlijk. Als Beving zelf verschijnt, wordt er nog een tandje harder geklapt. Helaas hebben niet alle bezoekers de etiquette even goed begrepen: gedurende de show gonst het naast ons van de nachtelijke verhalen, luid en duidelijk. Niet bepaald waar we voor kwamen. De muziek zelf blijft klein en ingetogen, en omdat onze buren nogal luidruchtig zijn neemt dat soms de overhand. Toch hangt er een zweem van magie in de ruimte. De belichting is minimaal, maar effectief; samen met de rookmachines voegt dat een extra laag toe aan de muziek. Die laag weerspiegelt zich in het publiek, bijvoorbeeld in de tranen die over de wangen van een voorbijlopende man stromen. De show heeft iets betoverends, helaas is het wel een spreuk die telkens onderbroken wordt door het rumoer.

In de X-Ray lijkt de drukte mee te vallen, maar wie hier zijn rust zoekt, is duidelijk verkeerd terechtgekomen. Terwijl Been Stellar nog bezig is met de soundcheck, gonst het publiek al luidruchtig mee. Praten blijkt ook hier een geliefde (pre-)showtraditie. Gelukkig zet de band niet veel later het eerste nummer in en valt het daarna mee met het tumult. Been Stellar voelt als een heerlijk ongepolijste high-school garageband, maar wel eentje met muzikaliteit in het bloed. Frontman Sam Slocum slaat (letterlijk) raak met een tamboerijn in de ene hand en de microfoonstandaard in de andere. Het is groovy, pakkend. Gewoon lekker.

Met een tosti op zak lopen we ook nog even langs bij Zo! Gospel Choir op de Alpha. Als er iets zeker is, dan is het wel dat dit koor garant staat voor gezelligheid. Maar niet alleen dat: wat een stemmen hebben deze mensen. Het is eigenlijk hét totaalplaatje van wat je op de Alpha wil zien én voelen. En voelen zul je, want niemand haalt het in zijn hoofd om stil te blijven staan. Deze muzikanten geven je simpelweg geen keuze: je beweegt, je lacht, je springt. Van de ene voet, op de andere.

Het is zo gezellig dat we de tijd helemaal vergeten en met stevige pas richting de Bravo moeten. Net wanneer we binnenlopen, start Suki Waterhouse haar set. Lief dat ze even op ons heeft gewacht. De tent is opvallend leeg, maar zodra de lichten doven trekt Waterhouse moeiteloos alle aandacht naar zich toe. Met haar etherische stem, en visuals die een dromerige wereld openleggen, word je direct haar universum ingezogen. Voorin lijkt de show het sterkst aan te slaan, terwijl achterin de energie wat minder wordt opgepikt. Niet heel vreemd, gezien de lage opkomst. De set zit strak in elkaar, maar daar hoor je ons niet over klagen: Waterhouse doet zichtbaar haar best om met publieksinteractie de show eigen te maken. Hoe verder de set vordert, hoe beter dat lukt. Zeker wanneer de band ‘Don’t Look Back in Anger’ van Oasis inzet en iedereen in de buurt uit volle borst meezingt.

Na een korte pauze staan we opnieuw in de Bravo, dit keer voor de Amerikaanse Montell Fish. Voor ons wordt het een korte show, want een van onze favorieten start een kwartiertje later in de Heineken. Het is ook nu nog rustig in de tent, en ook nu trekt het podium direct weer je aandacht. Aan de rechterkant zien we een klein huisje met een raam aan de voorkant. Een beeldend interessant element dat meteen nieuwsgierigheid wekt. Fish overtuigt vocaal en zet samen met de band een visueel sterk geheel neer. “Lowlands, I’m fucking happy to be here, baby!” herhaalt de zanger meerdere keren. En eerlijk? Wij zijn dat ook.

Zoals we net al lieten vallen: onze tijd bij Montell Fish is beperkt, want onze favoriet The Beaches staat al bijna te trappelen aan de andere kant van het terrein. Zodra we aankomen, blijkt dat we daar niet alleen in zijn: de Heineken staat bomvol. We vinden een plekje achterin, met goed zicht op zowel het podium als de enthousiaste menigte. En enthousiast is echt geen understatement: binnen én buiten gaat iedereen los. In de verte zien we ook de band over het hele podium dansen en springen. “You guys party harder than anyone,” zegt zangeres Jordan Miller, doelend op Nederlanders. En dat laat dit publiek glansrijk zien, zeker tijdens het laatste nummer ‘Blame Brett’.

Geen Royel Otis vandaag: frontman Royel Maddell is ziek. Ze worden vervangen door My Baby. Opeens hebben we wat extra tijd op onze handen. Die vullen we niet met iets spannends, maar gewoon met een beetje rondslenteren en sfeer proeven. Lees: nachos met guacamole eten in de zon, terwijl we wachten op Raye. Het voelt bijna als valsspelen: wachten smaakt zo best goed.

Maar eerlijk is eerlijk: dit wachten was het waard. Zelfs als de klok lichtjaren had getikt. Zelfs als de nachos nergens naar hadden gesmaakt. De Alpha staat inmiddels vol en naarmate Raye’s set vordert, wordt de sfeer alleen maar warmer. Vanaf het moment dat ze het podium betreedt, wikkelt ze het publiek moeiteloos om haar vingers. Met een podium, een band én een stem waar je u tegen zegt, zet Rachel Agatha Keen een show neer die staat als een huis. Haar stijl is authentiek, elk nummer maakt ze eigen. Zelfs met een cover van James Browns ‘It’s A Man’s Man’s Man’s World’ pakt ze iedereen in alsof we het nog nooit eerder hebben gehoord. En als Raye het op een gegeven moment zichtbaar even moeilijk krijgt, wordt het publiek minstens zo geraakt. Het optreden is niet alleen groots, maar ook ontroerend eerlijk. Wanneer Raye de woorden “I’m a fucking strong woman,” uitspreekt voel je: ze ís het ook.

Een minstens zo indrukwekkend fenomeen ontvouwt zich kort daarna in de Bravo, bij FKA Twigs. We zagen haar eerder op Down The Rabbit Hole, waar ze al een enorme indruk achterliet. Mocht je vandaag nog niet genoeg visuele prikkels hebben gehad, dan komt dat nu helemaal goed. Een ezel stoot zich niet twee keer aan dezelfde steen, maar dit is een andere ‘ezel’: ook hier opent de show met een krachtige “What’s up Amsterdam!” Op deze kleine misser na is er nauwelijks iets op de show aan te merken. Wat een show: opnieuw een gelikte performance, en dat vinden we helemaal niet erg. Het ziet er fantastisch uit en klinkt ook zeker niet slecht. Soms wat hypnotiserend, al is dat geen verkeerde voorbereiding op de volgende act.

Voordat we het weten, is het alweer tijd voor de laatste act van de avond. Vanaf het moment dat we bij de Alpha aankomen, zijn we meteen onder de indruk. Net als bij FKA Twigs belooft dit optreden een visuele verrijking te worden. Op het podium prijkt een enorm kasteel, dat haast rechtstreeks uit de Droomvlucht in de Efteling lijkt te zijn gestapt. Het sprookjesthema blijft de rest van het optreden hangen. Chappell Roan stapt het podium op in een vlinderachtig kostuum, heerlijk hysterisch, precies zoals je van haar verwacht. En het geluid? Ongelooflijk goed, haarscherp en meeslepend. Met een gevarieerd repertoire en Roan die de sterren van de hemel zingt, valt er werkelijk niets negatiefs te zeggen. Alles slaat aan; zelfs mensen die alleen haar grote hits kennen hebben het enorm naar hun zin, horen we de mensen rechts van ons zeggen. Die gezelligheid is voelbaar en aanstekelijk. Tijdens ‘Good Luck, Babe!’ vraagt onze linkerbuurman of we op zijn schouders willen klimmen, waardoor we perfect zicht hebben op de hele crowd. Niet alleen wij, maar werkelijk iedereen gaat los, springt, danst en zingt mee; de energie in de tent is bijna tastbaar en houdt je van begin tot einde volledig in haar greep.

Als de laatste tonen bij de Alpha wegsterven en de ‘normale’ lichten langzaam doven, lopen we met een glimlach terug over het terrein. Overal om ons heen bruist het nog van leven; wij lijken een van de weinigen die het avondprogramma afronden. Niet gek, want eigenlijk begint het feest hier pas. Niet voor ons, wij duiken lekker ons bed in. Deze tweede dag was groots en levendig, en tegelijk klein en intiem. Van de ingetogen magie van Joep Beving tot de uitbundige euforie van Roan, elke act had iets unieks dat bijblijft. Een perfecte mix van magie en misère. Precies zoals de festivalzomer hoort te zijn.

©Demi Luna Traas

Demi Luna Traas
Recensent