Pinkpop 2025 – Zondag

Net als gisteren is het vandaag weer goed warm in Landgraaf. De geur van zonnebrandcrème en overenthousiaste festivalgangers zweeft door de lucht, vermengd met de belofte van zomerse hits en zinderende optredens. Het is vandaag wat drukker dan vrijdag en zaterdag, alsof iedereen toch echt nog even wil laten zien dat ze het festival nog niet willen loslaten, ook al smelten we bijna weg.

We starten de dag in de brandende zon bij DeWolff op de North Stage. Zoals de aankondiging al grapt, is de zon op dit tijdstip een stuk wakkerder dan het publiek. Gelukkig is DeWolff niet van plan ons in die halfslaap te laten  hangen. De Limburgse band speelt vandaag een thuiswedstrijd en dat voel je. Voor dit vroege uur staat er verrassend veel volk om ons heen, klaar om langzaam maar zeker wakker geschud te worden door gruizige gitaarsolo’s en de heerlijke jaren tachtig-stem van Pablo van de Poel. En dat wakker worden lukt best prima, zeker bij het publiek voorin, behalve misschien bij Van de Poel zelf, die per ongeluk iemand uit het publiek aan hun eigen zus probeert te koppelen. Na een tijdje begint de set wat op zichzelf te lijken, maar voor een band die je uit je festivalkater weet te schudden knijpen we graag een oogje toe.

Na de Limburgers pakken we het wat internationaler aan en lopen we, inmiddels iets wakkerder, richting Stage 4  waar NoFun! op het punt staat te beginnen. De band bestaat uit negen muzikanten uit alle hoeken van de wereld die  samen een thuisbasis hebben gevonden in Los Angeles. Bij aankomst is het opvallend rustig. Sterker nog, er  staat maar een handjevol mensen wanneer de band het podium oploopt. Maar dan slaat er iets om: de muziek is zo  aanstekelijk dat er langzaam maar zeker steeds meer mensen komen aanwaaien, totdat het veld ineens verrassend vol staat. Wat we zien voelt als een vriendengroep met een uit de hand gelopen schoolproject, maar dan wel één dat  retegoed uitpakt. Juist die speelsheid en het aanstekelijke enthousiasme maken indruk. Wij zijn fan, en we zijn niet de enigen.

Ondertussen staat Querbeat op de South Stage, waar we een kleine glimp van meepikken. De Duitse band doet er qua gezelligheid nog een schepje bovenop en dat blijft niet onopgemerkt: het veld staat verrassend vol. Net voordat  we ons weer richting de Tent begeven, zien we de frontman crowdsurfen op een roze opblaas flamingo, alsof het de normaalste zaak van de wereld is.

In de Tent is het inmiddels ook gezellig druk, al spreekt het publiek hier duidelijk een andere muzikale taal. We  wachten op Imminence, een Zweedse metalcoreband die zich onderscheidt met een opvallend eigen geluid.  Melancholische melodieën worden moeiteloos afgewisseld met brute uitbarstingen, wat zorgt voor een intense en gelaagde luisterervaring. Maar ook visueel is aan alles gedacht: op het podium verrijzen grote ‘kerkramen’ die meteen een duistere, bijna sacrale sfeer oproepen. Alsof je een gothic kathedraal binnenstapt waar de muziek je bij de keel grijpt. De visuals en outfits van de band sluiten daar naadloos op aan, esthetisch strak, maar toch rauw. Eddie Berg, frontman en violist, wisselt moeiteloos tussen schreeuwzang en zuivere vocalen terwijl hij ondertussen meeslepend viool speelt. Het contrast tussen de sierlijke melodieën en de agressieve uitbarstingen is zo scherp en  krachtig dat je als toeschouwer nauwelijks weg kunt kijken. Al geldt dat niet voor iedereen, want in het publiek wordt dat gevoel juist omgezet in beweging. Overal ontstaan moshpits waar mensen zich met overgave in het geweld van de muziek storten.

De volgende act voelt, zeker na het muzikale geweld van daarnet, als een welkom zomers briesje. Op Stage 4 staat Elephant, een Rotterdamse indieband met een sound die easygoing en groovy is, perfect om even op adem te komen. Voor zo’n rustige set is het opvallend druk; mensen zitten in het gras, hangen ontspannen rond en wiegen zachtjes mee op de muziek. Geen opsmuk, geen spektakel, gewoon fijne muziek op een lome middag. Ideaal om met een koud drankje in je hand langzaam weer bij te komen.

Dan is het tijd voor dé Pinkpop-act der Pinkpop-acts: Krezip. Precies vijfentwintig jaar geleden stonden de Tilburgers hier ook, waar ze definitief doorbraken bij het grote publiek. Vandaag zijn ze terug; ouder, wijzer, maar nog altijd met diezelfde herkenbare energie. Vandaag voelt een beetje bitterzoet, vertelt frontvrouw Jacqueline Govaert halverwege de set. Het is namelijk de allerlaatste Pinkpop met drummer Bram van den Berg, die na de show van Krezip op 6 december in de Ziggo Dome, de band definitief verlaat. Het veld staat behoorlijk vol, al lijkt het publiek even op gang te moeten komen. Voorin wordt vanaf het eerste nummer luidkeels meegezongen, maar achterin wordt er aanvankelijk vooral vriendelijk meegeklapt. Tot Danny Vera ineens opduikt voor een spontane versie van ‘Make it a Memory’, een verrassingsmoment dat de show nét dat extra zetje geeft. Krezip is misschien niet de spannendste act van het weekend, maar wel een van de meest vertrouwde. Met een vleugje melancholie, een snufje verrassing en natuurlijk ‘I Would Stay’ als kers op de taart weten ze toch nog het hele veld voor zich te winnen.

Op de North Stage maakt het publiek zich klaar voor de Kaiser Chiefs, ook een oude bekende die inmiddels voor de zesde keer op Pinkpop staat. En als iemand weet hoe je een menigte moeiteloos bij de les houdt, is het frontman Ricky Wilson wel. “How many times have we played here? It doesn’t matter, not enough!” roept hij vol enthousiasme de lucht in. Vanaf de eerste noot grijpt hij je bij de lurven en laat je niet meer los. Met zijn energieke podiumpresentatie en aanstekelijke enthousiasme neemt hij iedereen mee in de flow. Het ‘Ey-Oh!’-moment, een knipoog naar Freddie Mercury’s iconische optreden tijdens Live Aid in 1985, zorgt voor een spontane collectieve  uitbarsting. Het publiek smult van de band en geniet van de herkenbare hits en de rauwe energie die de band uitstraalt. Vooral bij ‘Ruby’ gaat werkelijk iedereen helemaal los: van de eerste tot de laatste rij wordt er uit volle  borst meegezongen en gedanst. De Kaiser Chiefs laten zien dat ze nog steeds weten hoe je een veld in vuur en vlam zet: Pinkpop-proof voor de zesde keer op rij.

Nog maar net uitgedanst bij de Kaiser Chiefs begeven we ons richting de South Stage waar girl in red op het punt staat onze harten te veroveren. De Noorse zangeres staat bekend om haar openhartige teksten over identiteit, seksualiteit en mentale gezondheid. Kwetsbaar, maar juist daarom zo raak. Ook vandaag is ze eerlijk, dit keer over haar worsteling met verslaving. Een verhaal dat terugkomt in het nummer ‘Hemingway’, dat ze vandaag voor het eerst ooit live speelt. Gelukkig is er ook ruimte om te dansen: bij ‘Dead Girl in the Pool’ weet ze het hele publiek moeiteloos de lucht in te krijgen. Met een doorweekt Pinkpop-hoedje van een fan uit het publiek op haar hoofd en een indrukwekkend repertoire op zak zet Marie Ulven Ringheim een prima show neer. Vocaal is het niet altijd even sterk, en de interactie met haar band blijft wat afstandelijk, maar haar oprechtheid en sterke visuals maken veel goed. Geen explosieve set, wel een eerlijke.

Vandaag springen we van hot naar her, want nog geen vijf minuten later staan we alweer bij de North Stage voor Biffy Clyro. De Schotse rockband stond al drie keer eerder op Pinkpop en weet ook nu weer hoe je een feestje bouwt met een flinke dosis jaren negentig-sound en opvallend veel shirtloze mannen. Laten we het warme weer daar maar de schuld van geven. Er wordt gespeeld met dynamiek, instrumentatie (al valt de viool helaas wat weg in de mix) en sfeer. Toch voelt het geheel soms wat herhalend en blijft echt contact met het publiek uit. Maar als  festivalband staat Biffy Clyro als een huis: energiek, visueel sterk en bij vlagen verrassend fancy. En eerlijk? Zonder dat je het doorhebt tik je ongemerkt mee met je voet, een koud biertje in de hand, terwijl je gewoon geniet van het moment.

We lopen ook nog even langs Bazart die vandaag Sigrid vervangt. Het slaat best aan; met hun catchy deuntjes weet de band de sfeer goed te pakken. Iedereen lijkt er zin in te hebben en voor wie net als wij gewoon even wil dansen is Bazart precies wat je nodig hebt. Het is een goede vervanger, al is het natuurlijk geen Sigrid. De drukte is prima, de vibe ontspannen en nummers als ‘Hou Me Vast’ komen lekker binnen. Het is de perfecte momentopname van een festivalmiddag waarin je soms gewoon wilt bewegen en genieten.

Na al dat dansen ploffen we ergens achterin bij de South Stage neer voor Dean Lewis die we eerder dit jaar al in de Ziggo Dome zagen. Met dezelfde herkenbare backdrop en zijn relaxte charme weet hij precies hoe hij een crowd moet entertainen. Zelfs hier achterin is zijn energie voelbaar. Tussen zijn nummers door deelt hij zijn liefde voor Nederland: “Mijn naam is Dean Lewis en ik van Nederland houd!” zegt hij met een brede glimlach. Iets wat veel artiesten zeggen, maar Lewis herhaalt het zo vaak dat je hem bijna wel moet geloven. Met covers als ‘That’s So True’ van Gracie Abrams en ‘Iris’ van de Goo Goo Dolls betrekt hij jong en oud bij zijn optreden. Vocaal laat hij echter veel steken vallen; zelfs aan de andere kant van het terrein hoor je regelmatig dat hij ernaast zit. Gelukkig maakt zijn enthousiasme veel goed, al is dat niet alles.

Voordat we ons klaarmaken voor het laatste optreden van het weekend nemen we nog even een kijkje bij Purple Disco Machine in de Tent. Met vette visuals, aanstekelijke beats en strakke dansers zit het hier helemaal goed. Het is ongelofelijk druk, en de energie knalt er zo uit dat ook wij ons niet kunnen bedwingen en nog even lekker alles losgooien. Om ons heen danst het publiek uitbundig mee, iedereen opgegaan in het ritme en de sfeer. Dit is het soort moment waarop je voelt waarom festivals als Pinkpop blijven hangen, puur en simpel genieten van muziek, beweging en samen zijn.

Voor de laatste act van de avond en van het hele weekend staat Muse klaar. Ze trappen af met een waanzinnig intro dat direct alle aandacht opeist. Het veld staat tot de nok toe vol; zonder twijfel is dit de drukstbezochte act van Pinkpop 2025. Vanaf het eerste moment is duidelijk dat we hier te maken hebben met een show van hoog niveau. Het licht en het stagedesign zijn verbluffend: strak, meeslepend en tot in de puntjes verzorgd. De rauwe, licht verouderde stem van frontman Matt Bellamy sluit naadloos aan bij de sfeer van de muziek en geeft het geheel een extra randje intensiteit. Zijn gitaarskills zijn om door een ringetje te halen en samen met zijn band zet hij een overtuigende set neer; de muzikanten verdienen zonder twijfel een tien uit tien. Het geluid is over het algemeen prima, al had Bellamy in de mix net wat prominenter mogen doorklinken. Met meesterlijke precisie weeft Muse hun
nummers in lagen van spanning, ritme en emotie. Elk nummer voelt als een ritueel, zorgvuldig opgebouwd tot een punt waarop alles explodeert; in licht, in geluid, in gevoel. Het publiek wordt er moeiteloos in meegezogen en geniet zichtbaar van elke seconde. Het optreden heeft iets unieks, een ‘unitee’-moment dat iedereen even verbindt. Op zo’n moment haal je je oordoppen uit, alsof je alle lagen van geluid en energie in één keer wil binnenlaten, niet alleen om te horen, maar om het te voelen. Met zo’n show bewijst Muse waarom ze de perfecte afsluiter zijn van Pinkpop.

Na drie dagen vol muzikale uitersten, van het ontwaken bij Warhaus tot het bombastische slotakkoord van Muse, sluiten we Pinkpop 2025 af. Het festival serveert weer de bekende cocktail van hoogtepunten, verrassingen en af en toe een momentje waarbij je je afvraagt wat je eigenlijk aan het doen bent. Met oren vol onvergetelijke klanken, voeten die de ritmes nog nagenieten en een hoofd dat zowel overvol indrukken als voldaan is, strompelen we weer naar huis. Maar ja, volgend jaar staan we (hopelijk) gewoon weer hier. Pinkpop, we hebben echt van je
genoten.

© Demi Luna Traas