TakeRoot festival 2025 in Spot – De Oosterpoort

Take Root 1 november 2025

Er zijn behoorlijk veel kaarten (a 70 euro) verkocht voor deze editie van Take Root in de Oosterpoort, getuige rijen en drukte in de foyer. 23 Bands verdeeld over 6 podia nodigen ons uit weer de krenten uit de pap te halen, de ideale route uit te stippelen. Het belooft het beste van oude en nieuwe 'American Music’ ten gehore te brengen. We weten niet of dat wat anders is dan Americana. Maar het betekent in elk geval niet dat blues rijkelijk vertegenwoordigd is; accenten liggen op historisch gezien witte country. Het betekent ook niet dat iedereen uit Amerika moet komen.

Brown Horse verwelkomt ons in de foyer met melancholische country rock. Het is er vol en ook de balkons zijn goed gevuld. Deze Southern rockers (uit Groot Brittannië) zijn Palestina niet vergeten, getuige de vlag op het podium. Met meerdere songwriters binnen de band hebben ze in 2024 hun debuut ‘Reservoir’ afgeleverd die lovende kritieken kreeg. Ze hebben inmiddels ook alweer een tweede album uitgebracht, maar we willen op tijd zijn voor Gill Landry dus we lopen door naar de Attic. Het heeft zo'n laag plafond dat de zweetlucht al blijft hangen voordat de artiest verschijnt. Gill krijgt binnen twee regels al de lachers op zijn hand. De zanger die zich zo'n tien jaar verbonden had aan Old Crow Medicine Show. Hij is zelfverzekerd zoals hij daar staat, praat en zingt. Hij speelt met een gitaar die een fantastische sound heeft. Zijn liedjes zijn melodieus en zijn teksten goed te volgen. Met een warme stem pakt hij moeiteloos de zaal in. Dat blijkt ook uit het feit dat de zaal op zijn verzoek actief meedoet door een mondtrompet te hummen. De ene helft doet dat (wat klinkt als een geluid van een muppet) en de andere helft lacht. Als hij in enkele nummers een paar akkoorden op de mondharmonica speelt komt Springsteens 'Nebraska' tot leven. Dit is echte rootsmuziek. De cover ‘Frankie’ van Mississippi John Hurt is een aangename verrassing evenals zijn eigen ‘The Wolf’. Zijn liedjes komen voort uit jaren durende hartzeer, therapie en een periode van twee jaar complete isolatie in de Sierra Nevada Foothills in California. Deze donkerte verwoordt hij treffend tijdens meeslepende melodieën. ‘The Ferryman’ zorgt dat ook achterin het nog steeds stil is. 

The Weather Station brengt serieuze muziek rondom serieuze thema’s waarvan het milieu lange tijd de belangrijkste was. De zwangere zangeres speelt gitaar en zingt ogenschijnlijk gemakkelijk. Ze is een verhalenverteller en haar stem is aangenaam, maar niet erg bijzonder. De muziek verrast, het tweede nummer is gelijk al compleet anders. De muzikante rechts van haar speelt zowel sax als dwarsfluit. Hoewel niet altijd goed te horen zorgt dit voor een bijzondere toevoeging. Het is een beetje jazzy en experimenteel. We lopen door na enkele nummers en zien een rij wachten om naar binnen te komen; een tafereel wat we vaker zien. Even bij de ene band kijken en 15 minuten later een ander zaaltje binnen hoppen is er niet bij; je moet je voorbereiden anders pis je naast de pot bij de Attic en de Kleine Binnenzaal.

We kijken erg uit naar Frazey Ford. Met een prachtige stem, die niet misstaat in een rijtje met Lola Young, Natalie Merchant en Raye. Zuiver, persoonlijk en warm. Met een pompend Hammond orgeltje, wat blazers en heerlijke loopjes zal ze je swingend meetrekken in een zinderende nachtclub. Haar album ‘Indian Summer’ uit 2014 is een juweeltje, warme backing vocals, erg soulvol. Deze Canadese heeft een laagje op haar stembanden wat haar een unieke sound geeft. Ze schijnt te schrijven vanuit haar lijf in plaats van haar hoofd. Dat haar lijf erg veel invloed heeft op haar muziek en show is te merken. Ze lijkt er niet goed in te zitten. Ze zegt wel blij te zijn hier te zijn, van het publiek te houden, maar zonder enige expressie of contact maken is dat niet meer dan een loos bericht. Met ogen dicht zingt ze de eerste nummers. De eerste woorden zijn die van een murmelend; “Liever geen foto camera's op de eerste paar rijen”. Ze oogt erg gesloten. Haar achtergrondzangeres oogt meer ontspannen en lijkt ook echt te genieten. Het grootste euvel is haar stem; het klinkt vlak en enkele nummers lijken na elke zin een vibrato te hebben wat gewoon irritant is. Het wordt beter als ze achter het keyboard gaat zingen en nog wat beter bij de prachtige cover van Dylan; ‘One More Cup of Coffee’. Maar het overtreft de studio opname niet. Ze legt het publiek uit dat ze ziek was, dat verklaart wel wat. Ben benieuwd hoe haar optreden in Tolhuistuin was de dag ervoor. We horen later wel dat het beter werd, deze show, maar wij zijn er niet meer bij.

The Tallest Man On Earth wordt aangekondigd als een headliner uit Zweden op een Amerikaans festival. De kleine man met gitaar en in wit overhemd gebruikt het hele podium om overheen te stuiteren en te bewegen. Hij maakt er een show van, maar de galm in zijn stem is een beetje jammer. Hij vertelt een tijd geïsoleerd te hebben geleefd omdat de wereld zo rot is, maar hij ziet dat het hier niet van toepassing is.

We vallen in de soundcheck van de energieke en stralende Penny & Sparrow wat oogt als een scène uit de Comedy Club. Er wordt hartelijk gelachen. Het blijkt echter geen momentopname. Deze heren zijn van het begin tot het eind scherp en vindingrijk in het maken van grappen en deze precies goed timen. Zelfspot ten over; "O, ik vind het leuk dat je een verzoeknummer hebt. Sterker nog, ik vind het al bijzonder genoeg dat er iemand zit die überhaupt een nummer kent.”  Ze doen denken aan een show van Lewis Capaldi waar het contrast tussen zwarte humor en ernstig serieuze songteksten (met prachtige vocals) niet groter kan zijn. Hun muziek klinkt heel anders dan onze indrukken van hun laatste album ‘Lefty’; drumcomputers en autotune ontbreken en dat maakt de muziek veel directer en toegankelijker. Maar mellow is het wel, zoet zelfs. En dat gezongen door een stel komische getatoeëerde loodgieters. De verrassing van de avond staat echt hier. De stemmen van Andy Baxter en Kyle Jahnke zijn samen erg sterk. Het Spaanse / Mexicaanse stuk (de halve song aan het einde) is een juweeltje. Mooie lyrics ontbreken ook niet, wat dacht je van; “ You’re a difficult love, I'm a narrow escape”. We kunnen niet anders dan blijven zitten tot de laatste noot. Die is unplugged, zoals ze dat deden als straatmuzikanten. 

Patterson Hood, uit de Drive By Truckers, is een beetje merkwaardig. De in Oregon woonachtige artiest heeft zijn album ‘Exploding Trees & Airplane Screams’ voorzien van een tekening waarbij een puntig voorwerp dwars door het hoofd van een blond meisje is gestoken. En dat terwijl hij kleine liedjes maakt en zijn stem lieflijk klinkt. Vocaal doet hij denken aan Neil Young. Het is dun, kwetsbaar en klinkt erg oprecht. Het komt over als mijmeringen die je niet te luid wilt uitspreken. Gaandeweg blijkt hij uit Alabama te komen en zo klinkt hij ook; met een vet zuidelijk accent. Het duurt even voordat het publiek stil is en klaar is met allerlei lopende zaken als schaak- en scrabble apps, maar hij krijgt de aandacht die hij verdient. Sterke melodieën en teksten heeft hij getuige ‘A Werewolf And A Girl’. Hij heeft complete verhalen, wat soms autobiografisch is en soms klinkt als een protestsong. Lilly Hiatt, die in 2022 ook op Take Root stond en nu ook geprogrammeerd staat, zingt een duet met deze Patterson.

De grammy-winnares Brandy Clark oogt met haar band energiek, maar deze vorm van country spreekt ons simpelweg niet erg aan. Datzelfde geldt voor Jesse Daniel, die met cowboyhoed en pedalsteel voldoet aan het beeld van de klassieke countryster. Een cover van Merle Haggard onderstreept dat. Neemt niet weg dat hij iedereen stil krijgt en een staande ovatie mag ontvangen.

Neal Francis speelde in de foyer in 2022 en staat nu in de Kleine Zaal. Je ziet vier gelijkwaardige muzikanten op een rij. Francis zit wat verstopt achter de toetsen, maar zijn performance zorgt dat hij wel gezien wordt. Met het haar net over zijn ogen en zijn springerige manier van spelen trekt hij de aandacht. Maar de andere muzikanten trekken deze aandacht ook. De drummer zit rechts vooraan en barst van de energie en techniek. De ritmesectie is ijzersterk. Drummer, bassist en gitarist lijken een drie eenheid die samen de groove maken, het stuwende ritme. Grote delen zijn zonder lyrics en dat maakt dat je kijkt naar hoe deze mensen muziek maken wat erg levendig en energiek is. Het helpt dat je ziet dat ze er erg veel plezier in hebben. Ze kunnen nummers eindeloos lang voortzetten zonder dat het gaat vervelen. Het is afwisselend en funky.

Deze editie van Take Root was voor ons niet de beste; er ontbrak een echt hoogtepunt. We zijn wel hier en daar verrast, maar het heeft ons niet omvergeblazen. 2019 was spectaculairder,  bijvoorbeeld bij het ontdekken van Robert Ellis en de onvergetelijke Lera Lynn. 2022 gaf ons Shakey Graves en de indrukwekkende show van Gregory Alan Isakov. Dit keer was de show van Penny & Sparrow het leukst en de mooiste muziek kwam wat ons betreft van Gill Landry. 

© Marten Siegers