TakeRoot neemt ons voor de 24e keer mee op een tijdreis door Noord-Amerika. In de foyer pikken we een stukje mee van de uit New Orleans afkomstige pianist Neal Francis, die een uitgesponnen nummer speelt met een lekkere groove. Met wel drie man op zang en een lekkere dynamiek belooft dat een goed begin.
Het is nog maar vijf uur als we vervolgens aangenaam verrast worden door de warme stem van Gregory Alan Isakov uit Colorado. In de aankondiging wordt gesproken over een bloedmooi album. Dat is ook wat dit optreden is; bloedmooi. Ze spelen al terwijl ze amper geïnstalleerd zijn. Opvallend zijn de contrabas en de viool, maar de man "die als enige een banjo treurig kan laten klinken" maakt ook indruk met zijn intense spel en tweede stem. Het is dromerig, een beetje Iers en folky. De stem van Gregory is zo mooi dat het niet zo veel uitmaakt wat hij zingt, de warme klanken zijn een instrument wat de muziek nog meer bezieling geeft. De muziek zal als soundtrack menig film naar een hoger plan kunnen tillen. De geest van Springsteen klinkt door in 'Chemicals'. De kopstem is prachtig. Na het mantra achtige 'Liars', waarin hij zingt al zijn baseball kaartjes verkocht te hebben om kleren te kunnen kopen, wordt 't publiek aandachtiger en stiller. Het is een indringende manier van zingen. Dat dromerig ook samen gaat met beuken en draaien op volle toeren is hier ook te horen. De afwisseling is compleet als ze met vier man sterk vooraan bij 1 mic 'Dandelion Wine' spelen met de intensiteit en bewegingen van een werkend orgaan. Wonderschoon.
Daarna duurt het een tijd voordat iets weer mooi kan zijn.
THE 502S maken erg vrolijk klinkende muziek waarbij de saxofonist ook jogger is. Ze spelen vlotte energieke muziek. Andere zaaltjes komen we niet in: Aofe O'Donovon en Riley Downing hebben de deuren gesloten. Deze versie van TakeRoot is uitverkocht en het wat jongere publiek is op tijd verschenen om ook van een goede maaltijd te kunnen genieten. Maar dus ook om voor aanvang een plekje in de zaal te bemachtigen. Bij Ghost Woman zijn we op tijd. Evan John Uschenko op gitaar en zang en een jongedame op drum maken psychedelische muziek welke langzaam vorm krijgt tegen een donker broeierige achtergrond van soundscapes. Het is gevaarlijk en dreigend en doet ons denken aan Black Rebel Motorcycle Club. Het is in zichzelf gekeerde muziek maar ze spelen wel lekker. Van psychedelische feelgood muziek welke geschikt is voor een warme zomerdag merken we echter niet zo veel. De vocal staat zacht, de teksten zijn niet te verstaan en luide tonen voeren ons snel de zaal weer uit.
Op naar Band of Horses. Deze countryrock uit Seatlle klinkt volwassen en grotesk. De zang houdt zich aanvankelijk niet goed staande tussen de gitaarmuren. Meeslepende lange nummers in de indierock stuwen moeizaam voort waar de zanger in horten stukjes tekst eruit perst. Met spierballenrock en meerstemmige zang wordt het niet beter. Maar ook dit staat loeihard afgesteld. Het is voorspelbare muziek welke, ondanks dat de zang wel beter wordt, ons niet echt pakt. Hier dansen wel de eerste vier man van de dag.
Charlie Crockett speelt een soort zoete country folk. Met een prima stem, een contra bas en een pedaal steel maakt hij ouderwetse Amerikaanse muziek. Een pianist die ook accordeon en trompet speelt zorgt voor meerdere lagen. Met wat Mexicaanse invloeden is het een speels en luchtig klinkende band die toch vooral pure country maakt, met associaties aan de oude Johnny Cash.
Dat je groot kan worden met coveren bewijzen de Cowboy Junkies. Met de eerste song zijn ze vooral nog bezig met het goed afstellen van alle apparatuur en instrumenten. Maar wat een verademing om een band te horen spelen die alles gewoon zelf en live doen. Niks op tape, maar eindelijk alles goed in balans. Je kan alle instrumenten goed horen en zien, tot aan het schuiven van de vingers over de hals van de basgitaar toe. De bas en de drum zorgen voor een heerlijk lopende stoptrein die overal aan voorbij rijdt. De bandleden hebben elk hun eigen gezellige hoekje op het podium en zangeres Margo Timmins staat in het midden bij een bos rozen en een kop thee. Dat ze ooit maatschappelijk werk studeerde en liever niet op de planken stond past bij dit plaatje. Met een zachte stem die soms doet denken aan Patti Smith maakt ze de sound compleet en de eerste covers klinken zo eigen dat je zou denken dat het eigen repertoire is als ze niet zo bekend waren; 'Five Years' van Bowie, 'Sweet Jane' van The Velvet Underground en 'Dont Let it Bring You Down' van Neil Young. Een persoon uit het publiek geeft haar een bos bloemen en wordt bedankt met een knuffel. Er is een uitzonderlijk lekker klinkende gitaar achterin die de sound wat rauw maakt. De man speelt ook mondharmonica. 'A Common Disaster' is prachtig. De band zit in zijn element met lange opzwepende tracks waarbij Crazy Horse en Velvet Underground niet alleen gecoverd worden maar ook hun invloed hebben gehad, ze doen dat erg mooi.
Courtney Barnett heeft een aparte zangstijl, een beetje tiener achtig. Alsof ze gedichten vanuit de slaapkamer losjes of juist met verve het publiek inslingert. Maar 't gaat haar goed af. Haar gitaarspel vormt een contrast want dat is vrij ruige rock'n'roll. Lekkere en een beetje opstandige muziek met scherpe rock'n'roll riffs. Ze verrast gaandeweg echter met een Dylan achtige manier van coupletten opsommen en eindeloos veel woorden. De muziek wordt zwaarder en rauwer en verplaatst zich meer naar de 70s rock. Het maakt indruk en we zien voor t eerst een groepje op de muziek mee springen.
Shakey Graves ziet er ouder en volwassener uit. We zagen hem een paar jaar terug solo in de Oosterpoort. 'Roll the Bones' klinkt nog zoals we hem kennen, maar hij heeft zijn horizon flink verbreed. Zijn typische gitaarsound is er nog steeds, en de kenmerkende beat (voetdrum) ook, er is enkel een heleboel bij gekomen. Dat de zaal steeds leger wordt is daar wellicht een gevolg van. Zoals we iemand verdedigend horen zeggen "Maar Springsteen had ook een band". Echter het publiek wat blijft wordt steeds enthousiaster. Het is een volle spannende sound en scherpe overgangen zorgen voor extra pit. 'Counting Sheep' klinkt niet bijster indrukwekkend en heeft een dromerige sfeer. Toch gaat de band halverwege los en verrast ons. Shakey heeft een erg mooie stem die vanavond niet constant het hoofdbestanddeel is. Dan valt bijvoorbeeld ook op hoe mooi de tweede stem is. 'Excuses' is een sterke song waarin het beste samenkomt; sterke tekst, goede zang en een dynamische band. Kom gerust weer, met band graag!
TakeRoot toont opnieuw de variatie binnen dit muziekgenre. Dat het geen soort muziek is die zalen binnenste buiten keert wisten we al lang. We troffen een erg goede band en sound bij de Cowboy Junkies, gedrevenheid en vernieuwingsdrang bij Shakey Graves en een vleugje smerige rock 'n roll in een orgineel jasje bij Courtney Barnett. De meest wonderschone muziek kwam van de band van Gregory Alan Isakov. En de mooiste stem kwam van Gregory Alan Isakov want sommige mensen hoeven niet hun best te doen emotie in muziek te leggen.
© Marten Siegers